MENU

‘Geloofsopvoeding is meer dan de vage adviezen, die ik vroeger kreeg’

“Nee, van mijn ouders kreeg ik het geloof in de Heer Jezus niet echt mee. Mijn moeder was nog het meest betrokken bij de kerk. Maar mijn vader was niet meer dan, zoals je het hier noemt, Kristen KTP. Het stond op zijn identiteitsbewijs, maar dat betekende niets. Er had net zo goed niets kunnen staan, maar dat mag in Indonesië niet”, vertelt de 22-jarige Resi. Bij haar medestudenten Daniël (25) en Jeffry (20) thuis was het niet veel beter. Alleen Seliana (22) leerde van huis uit over het geloof en groeide op in de kerk. Dat zij alle vier nu theologie studeren en daarna de kerk willen dienen is dus wel bijzonder. Wat was hun eigen ervaring met geloofsopvoeding? En hoe willen zij het zelf aanpakken in de toekomst?

Geloof van huis en kerk uit

Ouders kunnen hun kinderen het geloof niet geven. Maar zij kunnen hen wel het goede voorbeeld geven door actief als christen te leven, thuis en in de gemeente. Ze kunnen hun eigen geloof laten zien, veel vertellen – of voorlezen – over God en over de Heer Jezus, liedjes aanleren en leren bidden. En ook hun kinderen meenemen naar de kerk en naar een christelijke school sturen. Maar als dat niet gebeurt, of het laatste gebeurt dan nog wel (kerk en school) maar het eerste niet (thuis), wat moet je dan verwachten? Daniël (25): “Mijn moeder leerde mij wel bidden en we zongen ook christelijke liedjes. Maar de rest moest de kerk maar doen. Daar werd ik ’s zondags naar toe gestuurd, maar als ik niet ging, was het ook niet erg.” Jeffry had zijn opa en oma, die hem aanspoorden om naar de kerk te gaan. Resi ging wel eens naar de zondagsschool, maar hoe ouder ze werd, hoe minder vaak ze ging. Haar ouders waren wel christen, maar zaten nog helemaal vast in het animisme van vroeger. En kletsen over de mensen, dat deden ze ook altijd. Van geloofsopvoeding was totaal geen sprake. Dan Seliana. Zij vertelt – je proeft de dankbaarheid in haar woorden – over hoe ze thuis door haar ouders werd meegenomen in hun geloof. “Ja, ik moest mee naar de kerk, terwijl ik daar zelf toen niet zoveel zin in had. Welk kind wel? Maar ik groeide op in een christelijke atmosfeer en was van kind af aan al actief in de kerk. En dat ging door, ook toen ik tiener was.” Ze vertelt het vol overtuiging.

Geloven als tiener

Het is prachtig om te horen hoe de verhalen verder gaan. Seliana en Resi werden gedoopt, toen ze 12 jaar oud waren. Later ‘bevestigden’ zij hun doop met hun geloofsbelijdenis. Jeffry en Daniël, allebei als baby al gedoopt, beleden hun geloof toen ze 15, 16 jaar waren. Vrij jong nog. Van Seliana niet onverwacht, omdat ze toch al actief was in de kerk. Maar van de anderen? Nu valt Daniël Seliana bij: “Ja, als tiener werd ik ook actief. Ik was goed in het maken van muziek. Ik werd gevraagd om mee te spelen in de kerk. Ik ging op zondag wel drie keer naar de kerk, en niet alleen voor de muziek.” En Resi vertelt dat voor haar het geloof echt serieus werd, toen ze 15 jaar was en mee ging op een schoolkamp waar er veel over gepraat werd. En dat bleef zo, ook toen ze voor haar opleiding naar de stad verhuisde. En eigenlijk ging het met Jeffry net zo. Werd hij eerst gestuurd, nu ging hij uit zichzelf en met steeds meer plezier. Ze hebben alle vier wel een opa en oma, een tante of nog iemand anders, die hen aanspoorde om naar de kerk te gaan. Maar uiteindelijk groeiden ze ieder voor zichzelf naar hun geloofskeus toe. Ze merken duidelijk dat Gods Geest hen leidt, ook in hun studie nu en in hun verlangen om de kerk te dienen. Daniël en Jeffry willen graag mission-werk gaan doen, Resi verlangt ernaar om kerkelijk onderwijs te gaan geven aan kinderen in afgelegen gebieden en Seliana is inzetbaar “waar ze mij maar nodig hebben.” Ze hebben er alle vier zin in.

En thuis?

Wat als ze zelf trouwen en kinderen krijgen? De meeste van deze studenten kregen niet bepaald een goed voorbeeld van geloofsopvoeding thuis. Resi reageert resoluut: “Wat mijn ouders mij nooit gegeven hebben, dat krijgen mijn kinderen wél! Ik kan niet wachten om hen te vertellen over de Heer Jezus, die ook aan hen een nieuw leven wil geven.” Seliana denkt er precies zo over. “Je moet er wel echt de tijd voor nemen,” zegt Daniël, “want je wordt zomaar opgeslokt door je werk. Dan zou er van die mooie plannen niets terechtkomen.” Jeffry vult aan: “Als ik mijn kinderen opvoed, zou ik het niet laten bij de vage adviezen, die ik vroeger kreeg en waar ik de zin niet van inzag. Ik had behoefte
aan duidelijkheid. Die kreeg ik niet. Maar die zullen mijn kinderen wel krijgen. Het geloof in de Heer Jezus zal hen zekerheid geven, net zoals ik uiteindelijk kreeg.”

Seliana, Resi, Daniël en Jeffry studeren aan de Theologische Hogeschool Alètheia in Lawang (Malang, Indonesië). Dit is een opleiding van de Gereja Kristus Tuhan (GKT, vertaald: ‘Kerk van Christus de Heer’) op het Indonesische eiland Java, een zusterkerk van de NGK. Indonesië Mission | Verre Naasten werkt samen met deze kerken en hun onderwijsafdeling Alètheia, die zowel een theologische opleiding, als kleuterschool, basisschool en voortgezet onderwijs omvat.

Tekst en beeld: Henk Venema