MENU

‘Zelfs al moeten we sterven, we blijven onze Heer trouw’

Mehtab Shahbaz (29) komt uit Pakistan. Hij studeert voor een jaar aan de TU Kampen|Utrecht en ziet dat als een bijzondere gelegenheid om aandacht te vragen voor de vervolgde christenen in zijn land.

Wat brengt je in Nederland?

‘Mijn naam ‘Mehtab’ betekent ‘maan’, zowel in het Urdu als in het Perzisch, twee belangrijke talen in Pakistan. De naam ‘maan’ drukt mooi uit wat ik als mijn missie zie: het licht van het Evangelie verspreiden over donkere plaatsen. Zoals de maan niet haar eigen licht geeft, maar het licht van de zon, zo schijn ik ook niet vanuit mijzelf, maar geef ik het licht van Christus door.

Ik werk met jongeren, een hele kwetsbare groep in de kerk van Pakistan. De vijanden van het Evangelie richten vaak bewust hun pijlen op christelijke jongeren. Zo worden ze vaak uitgenodigd om te discussiëren over vraagstukken over religie en heilige boeken. Maar dat zijn geen open gesprekken. Zulke gesprekken zijn bedoeld om ze onjuiste uitspraken te laten doen, zodat de jongeren kunnen worden aangeklaagd. Officieel worden minderheden in Pakistan beschermd, maar het beruchte artikel 295 a-c uit het Wetboek van Strafrecht verbiedt Godslastering, het beledigen van de profeet en van de heilige boeken. Als je wat verkeerds zegt, hang je. Jongeren zijn daarom erg bang. Het is mijn verlangen en roeping om juist jonge mensen te bemoedigen en toe te rusten. Daarom ben ik bijzonder dankbaar dat de Verre Naasten het mij mogelijk maakt mijn kennis te verdiepen.’

Kun je vertellen wat vervolging in Pakistan concreet betekent?

‘Daaraan zitten twee kanten: de juridische kant van de regelgeving en de druk van de omgeving, vooral van fanatieke activisten. Ik gaf al aan: officieel zijn christenen en andere geloofsminderheden beschermd. Toch maakt ook de wet ons het leven moeilijk. De wet schrijft voor dat onze president moslim moet zijn, dat maakt ons tweederangsburgers. Een ander ding is het zogenaamde quotumsysteem in het onderwijs. Op de scholen mogen vier van de vijftig leerlingen van etnische of religieuze minderheden zijn. Zo hebben onze jongeren veel minder toegang tot onderwijs. Maar sterker is de druk in het alledaagse leven: je wordt gepasseerd voor een baan, voor het huren van een huis. Ik noemde al de dreiging van een aanklacht. Christenen zijn maar een kleine minderheid en bovendien leven velen in armoede. Echt hartverscheurend zijn de aanvallen op jongeren of zelfs jonge kinderen. Meisjes worden overgehaald om voor de camera bepaalde dingen te doen die dan later op de social media verschijnen. Wij leven in een schaamtecultuur. Ik hoef je niet uit te leggen dat de levens van zulke meisjes geknakt zijn. Bij jongens proberen ze het vooral met drank en drugs. Juist omdat die jongeren al zo onder druk staan, zijn ze vaak extra vatbaar voor die verleidingen.’

Is het in zo’n samenleving mogelijk om je terug te trekken als christen? Hier in Nederland concentreren christenen zich soms in bepaalde gebieden voor een zekere veiligheid.

‘Ik zal je het verhaal vertellen van mijn roeping. Als kind – ik zal zo’n elf, twaalf jaar zijn geweest – ben ik door God letterlijk geroepen. Ik hoorde een stem mijn naam roepen: “Mehtab, Mehtab.” Ik zag niemand en ging weer verder met spelen, maar weer klonk die stem: “Mehtab!” Omdat ik niet wist wie mij riep, ging ik naar mijn moeder. Zij had juist het verhaal van Samuël gelezen en zei dat het goed mogelijk was dat de Heer mij riep. Toen ik daarna nog een keer die stem hoorde, heb ik gezegd: “Ja Heer, hier ben ik. Ik wil u dienen.” Die roeping is op een heftige manier bevestigd op de meest dramatische dag van mijn leven: 15 maart 2015. We hadden een feestelijke kerkdienst op zondag, omdat ik net was geslaagd voor de universiteit. Toen gingen er in onze kerk en in andere kerken in de stad bommen af. Mensen stierven of raakten zwaargewond. Ik heb veel dierbaren verloren. Zelf raakte ik niet gewond en mijn familie ook niet. Na een lange chaotische zondag, vol angst en emoties, wisten we elkaar eindelijk te vinden. Ik herinner me goed dat we eindelijk ’s avonds bij elkaar zaten voor de maaltijd. Mijn vader vroeg stilte zodat hij kon bidden, zoals hij altijd deed, maar ik was woest. “Waarom zouden we bidden?” beet ik hem toe. “Kijk wat God vandaag heeft laten gebeuren. Het is gevaarlijk om deze God te dienen. Waar is zijn bescherming?” Mijn vader was een lange tijd stil. Toen zei hij: “Laten we het God zelf vragen. Ik stel voor dat we de Bijbel opendoen en daar gaan lezen waar hij toevallig openslaat. Wellicht spreekt de Heer op die manier.” Het gedeelte dat mijn vader toen las was Johannes 20: Jezus’ leerlingen zijn bang en zitten verward bij elkaar en plotseling staat Jezus in hun midden. Hij blaast op hen en zegt: “Vrede. Mijn vrede geef ik jullie…” Dat veranderde mijn hart. Sindsdien heb ik Gods vrede in mijn hart, maar ben ik ook een getuige van die vrede.

Om op je vraag terug te komen: wij zijn geroepen tot vrede. Jezus zegt ons: “Bid voor wie je vervolgen.” Daarom ga ik ook steeds weer het gesprek aan. Ik breng mij te binnen: Gods liefde gaat ook uit naar die andere mensen, de fanatieke, de gevaarlijke.’

Hoe houd je het vol om te geloven onder zulke druk? Wat is het geheim van de kerk in Pakistan?

‘Ik bezocht eens een dorp waar de kerkleden naar mij toekwamen en klaagden over hun lot. Ik stelde ze op de proef en zei: “Als je het beter wilt hebben, als je werk wilt krijgen, dan weet je wat je te doen staat. Word toch moslim, dan zijn je problemen voorbij!” Maar ze waren heel duidelijk: “Dat nooit! Zelfs al moeten we sterven, we blijven onze Heer trouw! Hij is ons leven.” Dat komt, omdat in Pakistan je geloof je identiteit is. Geloof is niet zomaar een keuze, iets waar je wel of niet voor gaat, nee, je bént christen, op dezelfde manier als dat je man bent of vrouw. Daaraan zit ook een groot nadeel, want je geloof staat daarom ook in je paspoort. Dat maakt discriminatie veel gemakkelijker. Iedereen die jouw ID in handen krijgt – een werkgever, een politieagent, de ambtenaar op het gemeentehuis – kan je subtiel benadelen.’

‘In Pakistan is je geloof je identiteit’

Wat kunnen Nederlandse christenen leren van de kerk in Pakistan?

Voor het eerst in het gesprek, aarzelt Mehtab. Hij geeft aan dat hij nog maar een paar maanden in Nederland is. Dat hij te gast is en wellicht niet de eerste is om hier iets over te zeggen.

‘Ik ben eerlijk gezegd veel wantrouwen tegengekomen in Nederland. Mensen denken dat ik hiernaartoe kom om van het goede leven te genieten. Ook in kerken zijn er mensen die de neiging hebben om mijn verhaal te relativeren. Die beginnen dan over moslims in India die het niet gemakkelijk hebben. Af en toe verlang ik naar een groter gevoel van verwantschap. Wij zijn broers en zussen in Christus en ik vertel je hoe het je familie in Pakistan vergaat. Eenheid, verbondenheid is sowieso een belangrijk thema. Ik ben voorganger in de Verenigde Kerk van Pakistan. Dat is een kerkverband waar Anglicanen, Methodisten, Lutheranen en Presbyterianen samenkomen. Ons getuigenis naar buiten wordt zo verzwakt door de verdeeldheid onder christenen. Juist omdat we een minderheid zijn, omdat we worden verdrukt, willen we zowel één als trouw zijn aan onze Heer. Wat we in Pakistan ook hebben geleerd, is hoe je kerk bent met beperkte middelen. Onze kerken zijn arm, onze mensen hebben vaak geen of geen goede opleiding. Toch zetten we door, blijven trouw en zoeken naar allerlei manieren om Gods vrede te delen en zijn licht te laten schijnen.’


Studiefonds Kerkleiders

Mehtab wordt gesponsord via het Studiefonds Kerkleiders. De leiders die via het studiefonds gesponsord worden, werken op hun eigen plek aan de verspreiding van het woord van God, in woord en daad. Ons Studiefonds Kerkleiders voorziet in studiebeurzen voor jonge kerkleiders die zelf onvoldoende geld hebben om hun (theologie)studie te betalen. Ook hun familie en/of lokale kerk heeft niet de middelen om financieel bij te dragen. Lees hier meer over het Studiefonds Kerkleiders.

Dit artikel verscheen eerder in het magazine OnderWeg. Mehtab werd geïnterviewd door Jan-Matthijs van Leeuwen, coördinator Partners & Programma’s bij Verre Naasten en redacteur bij Magazine OnderWeg.